Oost-West : Noblesse oblige
18 juni 2006
Dat MG het edele Britse merk van sportwagens was wisten we natuurlijk al langer, maar tijdens de Oost-West meeting van 2006 werd dit nog eens extra in de verf gezet met een prachtige kastelentocht met een Schots tintje.
Niet minder dan 73 wagens maakten ’s morgens vroeg hun opwachting aan het Kasteel van Tudor in Brugge. Via de statige oprijlaan en de mooie tuin passeerden we het stevige kasteel om even verder onze wagen te parkeren. Het welkomstcomité, verzorgd door Joske en Claudine, wachtte ons aan de ingang van het koetshuis reeds op met onze roadbook, de rallyplaat (die ondertussen in onze garage al aan de collectie toegevoegd werd) en een handdoekje met opdruk van ‘The famous Grouse’ dat die dag goed dienst deed als buffer tussen de warme zetel en het zitvlak van mijn echtgenote..
Het koetshuis wordt tegenwoordig als verzorgde tearoom uitgebaat en is gelegen in het bos dat het kasteel zo prachtig omgeeft. Hier kregen we ons ontbijt opgediend met ondertussen ook de gelegenheid om verschillende bekenden even de hand te schudden en wat info uit te wisselen.
Iedereen had er duidelijk zin in, want reeds vrij vroeg (9.20) vertrokken de eerste wagens. De weerman had ons dan ook een prachtige dag beloofd, met temperaturen tot achteraan in de 20. Na het bevestigen van de rallyplaat en het dak netjes opgeborgen te hebben (dat zouden we die dag alvast niet meer nodig hebben) keurden we nog een paar MG’s, en na gezien te hebben dat het goed was, stortten we ons vol overgave op de eerste kilometers. Het bos liet ons ondertussen van zijn aroma met volle teugen genieten. Niets meer ontspannend dan ’s ochtends door een nog vochtig bos, met het dak neer, door te rijden. Van aromatherapie gesproken
Langs rustige wegen ging het via Dudzele richting Damme waar we “De groene wandeling” op onze weg vonden. Een café met een terras en een grote parking, die weldra vol MG’s stond. Wat kan het leven toch eenvoudig zijn tijdens een MG rit. Na het vloeistofpeil weer op niveau gebracht te hebben (het werd zo langzamerhand al tamelijk warm) zetten we onze weg verder richting het kasteel van Moerkerke waar we afspraak hadden voor het middagmaal.
Toen we daar aankwamen bleek dat we bij de laatste waren. Had de vrije stop langs de weg dan toch wat te veel tijd ingenomen? Nog voor het eten dienden we onze proeven af te leggen (het was dan ook niet voor niks examenperiode). De eerste proef bestond erin om in zo weinig mogelijk slagen met een hamer een nagel in een stuk hout te drijven. Niks aan dachten we, in onze studententijd kenden we een cafeetje in Gent waar we dit ook nog deden. Toch werden er een paar ‘loze slagen’ geslagen; duidelijk een bewijs dat een mens er met de jaren op achteruit gaat. De tweede proef bestond erin een inschatting te maken hoe ver een ‘echte” Schot een boomstam kon gooien. Wijselijk liet ik deze proef maar aan mijn co-piloot over, want in gokken was ik nooit sterk.
In de koele kelders van het kasteel van Moerkerke konden we ons aan broodjes met beleg en koeken te goed doen. We dachten eerst een beetje spaarzaam te moeten omspringen, maar al gauw bleek dat, zodra het mandje half leeg was, dit onmiddellijk bijgevuld werd. Van klasse gesproken.
Toen de innerlijke mens danig versterkt was werd het tijd om eens te gaan kijken hoe ver onze Schotse vriend zijn boomke ging kunnen werpen. Om veiligheidsredenen (zo werd ons toch verteld) diende het publiek een zekere afstand van het gebeuren te bewaren. Dicht genoeg om de boom te zien vliegen, en ver genoeg om de ware aard van de boom te kunnen ontdekken. Met heel wat machtsvertoon werd de boom uiteindelijk 10,7 meter ver geworpen, wat dicht genoeg bij onze schatting lag om mijn nagel-kloppen-score nog enigszins goed te maken.
Van daaruit zetten we onze tocht verder, opnieuw richting binnenland.
De temperaturen gingen ondertussen verder de hoogte in, zodanig zelfs dat we na 10 km opnieuw wanhopig naar een terrasje met schaduw begonnen uit te kijken. Sommigen hadden zelfs last van een zonneslag, want Wim zagen we in de verte met een grote parasol staan zwaaien, duidelijk bedwelmd van het warme weer.
De volgende proef diende in Drongen uitgevoerd te worden. Deze keer was het de bedoeling om je vrouw in een juwelierszaak binnen te brengen, haar te laten rondkijken en haar dan opnieuw buiten te brengen zónder dat ze iets gekocht had. Om het geheel nog moeilijker te maken werd je ondertussen door een Schot een voortreffelijk glas Whisky aangeboden die je tot op de bodem diende te nuttigen. Maar ook deze proef lukte ons, al waren er anderen die duidelijk minder succes hadden.
Vanwege de grote inspanning en het geleden leed besloten we om voor de verandering nog eens een terrasje op te zoeken. Olivier, die van de streek is, wist dichtbij een terrasje waar ze nog pintjes aan zéér democratische prijzen verkochten, dus dat werd dan ook meteen bezocht.
Toen dienden we afscheid te nemen van ons gezelschap en een rechtstreekse weg naar het kasteel van Zwijnaarde te nemen om de volgende verrassing voor te bereiden. De organisatoren hadden ons namelijk gevraagd om, voor elke deelnemer die dit wou, een foto te nemen van zijn MG voor het kasteel van Zwijnaarde. We hadden het zo georganiseerd dat het merendeel van de deelnemers die avond zijn foto al mee huiswaarts kon nemen als aandenken.
Na de fotosessie werd in stijl het voorlaatste deel van de dag ingezet : Doedelzak muziek begeleidde Schotse danseressen waarna het afsluitend diner, de prijsuitreiking en een welverdiend woord van dank volgde aan Hendrik & Joske en Leslie & Claudine voor het organiseren van deze zeer geslaagde rit. Nogmaals bedankt van onzentwege ook en beslist tot de volgende editie !
Els en Ivan